Navordering ter zake van Zwitserse bankrekening hoeft niet voortvarend
Alert
Als de inspecteur een navorderingsaanslag wil opleggen, moet hij aan een aantal voorwaarden voldoen. Eén daarvan is dat hij binnen vijf jaar na afloop van het betreffende belastingjaar moet worden opgelegd. Alleen in buitenlandsituaties, denk aan bijvoorbeeld inkeerders, bedraagt die termijn 12 jaar. Binnen de Europese Unie gelden op grond van Europese jurisprudentie nog aanvullende eisen aan het gebruik van die verlengde navorderingstermijn. De inspecteur moet dan namelijk voortvarend te werk gaan vanaf het moment dat hij alle gegevens heeft ontvangen waarop hij een aanslag kan baseren. Dat betekent volgens de Hoge Raad dat een inspecteur die met betrekking tot een dossier langer dan zes maanden ‘heeft stilgezeten’ niet meer mag navorderen. De vraag was nog of deze aanvullende eis dan ook gesteld mag worden als sprake is van een beleggingsrekening die buiten de EU is gehouden, zoals bijvoorbeeld bij een Zwitserse bankrekening. De Hoge Raad oordeelde, na raadpleging van het Europese Hof van Justitie, dat de voortvarendheidseis niet van toepassing is op spaar- en effectenrekeningen aangehouden in zogeheten derde-landen.
Auteur
Joyce Bertens
