Nieuw besluit heffingsmaatstaf overdrachtsbelasting
Alert
Een vijftal oude besluiten met beleid over de maatstaf van heffing voor de overdrachtsbelasting is geactualiseerd en samengevoegd tot een nieuw besluit. Dit besluit is op 9 maart 2017 in werking getreden. Nieuw in dit besluit is het onderdeel over de maatstaf van heffing en de toepassing van artikel 13 van de WBR bij transformatiebouw die niet leidt tot vernieuwbouw, zoals de splitsing van een kantoorgebouw in appartementsrechten en de daaropvolgende verbouwing. Artikel 13 ziet op een vermindering van de maatstaf van heffing bij een doorverkoop binnen zes maanden. Het besluit geeft aan wat de gevolgen voor de overdrachtsbelasting zijn wanneer het appartementsrecht vóór, tijdens of na de voltooiing van de verbouwing wordt gekocht en hoe artikel 13 uitwerkt bij een doorverkoop van dit appartementsrecht. Ook geeft het besluit aan op welke wijze de maatstaf van heffing wordt verminderd met de in rekening gebrachte bouwtermijnen bij de doorverkoop van een woning in aanbouw. Een ander nieuw onderdeel gaat in op doorverkoop waarbij de koper last op zich neemt om de overdrachtsbelasting van de verkoper voor zijn rekening te nemen. Helaas wordt het probleem van de kwalificatie van de verbouw als zijnde wel of geen (ver)nieuwbouw met dit besluit niet opgelost. Dit besluit onderstreept nogmaals het grote fiscale belang van de kwalificatie van een onroerende zaak (wel of niet nieuw vervaardigd). Hierover zullen nog wel de nodige procedures worden gevoerd.
Auteur

