Onbeperkte navorderingstermijn in Successiewet blijkt toch beperkt!
Actualiteit | 8 september 2016
– taxnews 1626 –
In de jacht op het buitenlands vermogen, waarvan niet of onvolledig aangifte is gedaan, heeft de Belastingdienst ruime bevoegdheden om navorderingsaanslagen en boetes op te leggen. Zo geldt in de Successiewet sinds 1 januari 2012 een onbeperkte navorderingstermijn voor de heffing van erfbelasting over (verzwegen) buitenlands vermogen. Uit de praktijk is inmiddels gebleken dat de Belastingdienst hiervan ook actief gebruik maakt.
Voor buitenland situaties gold al een verlengde navorderingstermijn van twaalf in plaats van vijf jaar. Maar om de zogenoemde Edelweissroute te kunnen bestrijden, is in de Successiewet een onbeperkte navorderingstermijn opgenomen. De Edelweissroute hield in dat de executeur-testamentair het ‘zwarte’ vermogen in de aangifte erfbelasting verzweeg en ook voor de erfgenamen verborgen hield, net zolang totdat de navorderingstermijn was verstreken. Er kon dan geen erfbelasting nagevorderd worden en ook kon niemand meer gestraft worden voor het onjuist doen van aangifte erfbelasting.
Per 1 januari 2012 geldt daarom dat alle in voorgaande jaren te weinig geheven erfbelasting over buitenlands vermogen alsnog onbeperkt kan worden nagevorderd. Er is daarbij geen overgangsrecht geformuleerd. Maar daardoor herleeft de bevoegdheid tot navorderen voor alle gevallen waarin de navorderingstermijn al vóór 1 januari 2012 was verlopen. Dat betekent dat bij alle nalatenschappen die minimaal twaalf jaar daarvoor zijn opengevallen, dus waarbij de erflater is overleden vóór 1 januari 2001, de Belastingdienst opnieuw de mogelijkheid krijgt om een navorderingsaanslag op te leggen.
Dit gaat het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden echter te ver. Dit Gerechtshof heeft onlangs beslist dat de navorderingsbevoegdheid voor aangiften waarvan de navorderingstermijn per 1 januari 2012 al was verstreken, niet kan herleven. Daarmee zou volgens de rechter door belastingplichtigen eerder verkregen rechtszekerheid teveel aangetast worden. Het Gerechtshof creëert met deze uitspraak een vorm van eerbiedigende werking voor gevallen waarbij de navorderingsbevoegdheid vóór 1 januari 2012 was verlopen. Materieel terugwerkende kracht wordt zo voorkomen voor verjaarde gevallen en een gerechtvaardigde verwachting van de belastingplichtigen wordt beschermd.
Belang voor de praktijk
Ongetwijfeld komt deze kwestie nog bij de Hoge Raad terecht en omdat het ook de vraag is of het herleven van de navorderingsbevoegdheid strijd oplevert met artikel 1 van het Eerste Protocol bij het EVRM, is het laatste woord hierover nog lang niet gezegd. Maar ondertussen zullen degenen die alsnog geconfronteerd worden met een navorderingsaanslag over een erfenis van vóór 1 januari 2001 op tijd (dat wil zeggen binnen zes weken na dagtekening) bezwaar moeten maken tegen die aanslag. Onze adviseurs kunnen u hierbij uiteraard van dienst zijn.
Auteur
Joyce Bertens
