Vastgoedexploitatie kwalificeert volgens Hoge Raad voor bedrijfsopvolgingsfaciliteiten
Actualiteit | 22 april 2016
-Taxnews 1612 –
Onze belastingwetgeving kent vele faciliteiten en vrijstellingen voor ondernemingen en voor de overgang van ondernemingsvermogen. Maar niet altijd is even duidelijk wat onder het begrip ‘ondernemingsvermogen’ moet worden verstaan. Daardoor heerst in de praktijk onzekerheid over de vraag of een bepaalde faciliteit kan worden toegepast. Dit geldt met name voor de vraag of de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten (BOF) in de inkomstenbelasting en de schenk- en erfbelasting kunnen worden toegepast bij vastgoedexploitatie. En de fiscale en financiële belangen zijn vaak enorm!
Want als de BOF wel kan worden toegepast, hoeft bij overlijden van een aanmerkelijkbelanghouder in een vennootschap die vastgoed exploiteert (onder voorwaarden) geen afrekening plaats te vinden in de inkomstenbelasting en wordt de verschuldigde erfbelasting aanzienlijk verminderd. Ook bij schenking van de aandelen in een vastgoedvennootschap kan de BOF (onder voorwaarden) worden toegepast.
De Belastingdienst hanteert echter als hoofdregel dat vastgoedexploitatie moet worden aangemerkt als beleggen, zodat deze niet in aanmerking komt voor toepassing van de BOF. Mede gezien de grote belangen is hier al veel over geprocedeerd. In verschillende procedures heeft de rechter geoordeeld dat vastgoedondernemingen onder omstandigheden wel degelijk voor de BOF kwalificeren. Op 15 april jongstleden heeft de Hoge Raad deze mogelijkheid bevestigd.
In deze casus ging het om een zeer omvangrijke en diverse onroerendgoedportefeuille, bestaande uit 350 onroerende zaken op 143 locaties met een waarde van honderden miljoenen, die in ongeveer twintig jaar is opgebouwd. Zowel het rendement van minimaal 20% als de arbeid die in het kader van de exploitatie van de onroerende zaken wordt verricht, is meer dan gebruikelijk is bij normaal vermogensbeheer, zo stelt het hof. Het hof komt dan ook tot de conclusie dat de BOF in de betreffende situatie van toepassing zijn en wordt hierin gesteund door de Hoge Raad.
Belang voor de praktijk
Dit arrest van de Hoge Raad maakt duidelijk dat de wijze waarop de activiteiten van een vastgoedvennootschap zijn ingericht van groot belang is voor de toepassing van de BOF. Nota bene: Uit dit arrest volgt niet dat bij vastgoedexploitatie altijd sprake is van een onderneming in de zin van de BOF. De beoordeling blijft sterk afhankelijk van de feitelijke situatie. In elk geval spelen aard en omvang van de werkzaamheden en de mate waarin deze in eigen beheer plaatsvinden een uitermate belangrijke rol.
Onze adviseurs helpen graag bij het zo optimaal mogelijk voorsorteren op de BOF.
Auteur
Joyce Bertens
