Voorlopig geen verruiming btw-sportvrijstelling
Actualiteit | 27 november 2015
In de Nederlandse btw-wetgeving wordt een onderscheid gemaakt tussen het gelegenheid geven tot sportbeoefening aan leden (btw-vrijgesteld) en niet-leden (belast met 6% btw). Het Hof van Justitie heeft bepaald dat het onderscheid tussen de prestaties aan leden en niet-leden ongerechtvaardigd is en dat alle prestaties onder de btw-sportvrijstelling moeten worden gebracht. Hiermee lijkt een einde te komen aan diverse btw-besparingsmodellen in de Nederlandse sportwereld. Dit kan een aanzienlijke lastenverzwaring tot gevolg hebben.
De Staatssecretaris van Financiën heeft nu in antwoord op Kamervragen aangegeven dat de toepassing van btw-sportvrijstelling op prestaties aan niet-leden op termijn onvermijdbaar is. Op korte termijn is aanpassing echter budgettair niet haalbaar.
Gelegenheid geven tot sportbeoefening
In Nederland wordt veel gebruik gemaakt van het lage btw-tarief op het gelegenheid geven tot sportbeoefening. Tegen een (relatief) lage vergoeding wordt door een gemeente of stichting een sportaccommodatie ter beschikking gesteld aan een sportvereniging. Op deze prestatie is volgens de Nederlandse wet- en regelgeving het verlaagde btw-tarief van 6% van toepassing. Vanwege het verrichten van btw-belaste prestaties is de btw op gemaakte kosten (bouwkosten, onderhouds- en exploitatiekosten, etc.) aftrekbaar. De combinatie van relatief weinig verschuldigde btw in combinatie met volledig recht op aftrek, levert een aanzienlijke btw-besparing op.
Het Hof van Justitie heeft, zoals beschreven, beslist dat het onderscheid tussen de prestaties aan leden en niet-leden ongerechtvaardigd is en dat alle prestaties onder de btw-sportvrijstelling moeten worden gebracht. Dit heeft tot gevolg dat het hierboven beschreven btw-besparingsmodel niet langer toepasbaar zou zijn.
Uitstel van executie
In het licht van de Europese rechtspraak heeft de Staatssecretaris van Financiën nu aangegeven dat het onvermijdelijk is dat de Nederlandse btw-sportvrijstelling wordt verruimd. Op korte termijn ziet het kabinet echter geen mogelijkheden om de budgettaire gevolgen hiervan in te passen. Deze reactie kan verband houden met vrij heftige reacties uit de sportwereld dat er een overgangsregeling moet worden getroffen voor gedane investeringen die zich momenteel nog in de herzieningstermijn bevinden.
De huidige situatie levert vooralsnog veel onzekerheid op. Ons advies is om bij omvangrijke investeringen rekening te houden met een op handen zijnde wetswijziging. Voor meer informatie kunt u contact met ons opnemen.
Auteur
Sander Gardebroek
