Wiebes stuurt rapportage met informatie over box 3-heffing naar Kamer
Alert
Staatssecretaris Wiebes van Financiën heeft een rapportage met extra informatie over de heffing in box 3 naar de Eerste en Tweede Kamer gestuurd. Hierin is de uitkomst opgenomen van verder onderzoek te doen naar mogelijke aanpassingen van het forfaitaire systeem in box 3. De informatie kan behulpzaam zijn bij het maken van een keuze door een nieuw kabinet voor een heffing over het inkomen uit vermogen, die beter aansluit bij de werkelijk behaalde rendementen. Het rapport bevat extra informatie over een vermogensaanwas- en een vermogenswinstbelasting (variant 1 en 2) en over een forfaitaire heffing over de individuele vermogensmix (variant 3). Daarnaast worden ook mogelijkheden besproken om binnen het forfaitaire systeem tegemoet te komen aan de door burgers ervaren onrechtvaardigheid (variant 4). Belangrijkste conclusie van dit document is dat gezien de complexiteit en de verregaande gevolgen voor burgers, financiële instellingen en de Belastingdienst, de drie eerstgenoemde varianten voor de uitvoering structureel problematisch zijn.
In een van de bijlagen is ook meer informatie opgenomen over de juridische houdbaarheid van de forfaitaire rendementsheffing in het systeem vanaf 2017. Hierin is onder meer een overzicht van de jurisprudentie en de belangrijkste commentaren in de vakliteratuur opgenomen. De conclusie daarvan luidt: “Hoewel het nieuwe systeem dat in 2017 is ingegaan als stap in de goede richting wordt gezien, worden door sommigen dus nog steeds vraagtekens gezet bij de juridische houdbaarheid. Het forfaitaire element in het nieuwe systeem kan nog steeds als onrechtvaardig worden ervaren ten opzichte van de werkelijk behaalde rendementen. Verder is er kritiek op de uitgangspunten die zijn gehanteerd bij het vaststellen van het forfaitaire rendement. Vooral het uitgaan van de langjarige rendementen op sparen en beleggen en de aanname van een gemiddelde portefeuilleverdeling krijgen kritiek.” Hoewel nooit kan worden uitgesloten dat de Hoge Raad in een specifiek geval oordeelt dat sprake is van een individuele buitensporige last, is volgens de staatssecretaris gelet op het voorgaande niet te verwachten dat het systeem 2017 in het algemeen strijd op zal leveren met het recht op eigendom.
Auteur
Joyce Bertens
